::: Het loopt alweer tegen het einde van de vakantie. Vandaag gaan we een behoorlijk stuk richting zuiden. Terug richting Denver, waar we volgende week zullen vertrekken. Nu gaat het in eerste instantie naar Scottsbluff in Nebraska (staat nr 7). Onderweg komen we door Windcave National Park, maar we besluiten daar om toch maar geen tour door de grotten te gaan doen en gewoon door te rijden. Maar voor we het park uit zijn, zien we een auto langs de kant van de weg staan. De inzittende turen over het kale landschap aan de rechterkant van de weg. Afgezien van wat prairy dogs zien we niets en net op het moment dat we eigenlijk door willen rijden, zien we het ineens. ‘WOLF !’ roep ik ineens hard en stuur de auto de berm in. Bij nadere beschouwing zal het waarschijnlijk eerder gaan om een coyote, maar dat maakt het er niet minder om. Het beest is vrij ver weg, maar met maximaal inzoomen en een beetje croppen van de foto’s kan je hem nog wel zien lopen. Nu valt ons pas op dat al die prairy dogs letterlijk stijf (rechtop) staan van de spanning en elkaar waarschuwende piepgeluiden laten horen vanwege het dreigende gevaar. Jolanda roept nog een keertje ‘In de mand.’ en ‘Zoek balletje’, Het beest kijkt nog even om, maar luistert van geen meter en loopt gewoon verder. Nee het was geen Tessa 😉
Als we door Hill City komen, zitten daar honderden mensen langs de kant van de weg. We hebben geen idee waarom, maar als Jolanda er naar vraagt, dan blijkt het om een of andere parade te gaan. We besluiten er maar niet o te wachten en gaan door. We hebben immers nog een behoorlijk stuk te gaan. Later zien we op dTV dat het een optocht van Miss South Dakota kandidaten betrof. Het gebied waar we doorkomen is totaal anders dan dat we de afgelopen 2,5 week gewend zijn. Geen slingerachtige bergwegen, maar lange rechte wegen door een glooiend landschap. Geen bos, bergen en rivieren, maar groene vlaktes met veel landbouw, sproei installaties en graan silo’s. Onderweg komen we nog een colone van een tiental oude Fordjes tegen.
Bij Alliance maken we een kleine omweg en kijken even bij Carhenge, de auto variant op het Engelse Stonehenge. Leuk verzonnen, maar niet echt briljant. Maar als je toch in de buurt bent is het wel leuk om even te bezoeken.
Een mile of 50 verder gaan we naar Chimney Rock National Historical Site. Een bekend herkenningspunt uit de tijd van de ‘Settlers’ en de ‘Oregon Trail’. We benaderen hem zo dicht mogelijk via een stoffige dirt road. Aan het einde ervan staat een oude camper. We denken even dat het Mr White en Jesse zijn (van de serie Breaking Bad), die weer aan het koken gegaan zijn. Maar nee, het is een of andere alternatief figuur met lange baard. Dichter bij de Chimney Rock komen (lopend) doen we maar niet. Er staan overal waarschuwingen voor ratelslangen. Brrr…
Als laatste gaan we naar Scotts Bluff National Monument, wat ook in het teken staat van de tocht naar het westen van eerste settlers. Bij de ingang vertelt de ranger dat er meer Nederlanders in het park zijn. Als ik ze later tegen kom, kan ik het niet laten om onverwachts ‘Goedemiddag’ te zeggen en te kijken naar hun verbaasde reactie.
Het hotel valt ons een beetje tegen. Het mens wat ons incheckt heeft geen zin in enige vorm toelichting. Ze geeft ons de sleutels en de code van de wifi, maar zegt er niet bij dat die niet werkt in onze (achterste) kamer. Pas als Jolanda gaat melden dat die het niet doet, zegt ze ‘Oh ja, daar heb je geen bereik. Kom maar in de lobby zitten.’. Meld dat dan meteen als we inchecken. Later blijkt dat het zwembad is een zooitje en dat de hottube is koud. Toch wel drie zaken die we wel belangrijk vinden. Gelukkig is de kamer wel mooi. We bezoeken de lokale Walmart voor een volgende voorraad cola. Tevens slaan we een voorraadje melatonine in, zodat we de komende jaren in Nederland dat niet op recept hoeven te komen. Ook krijgt de auto weer een wasbeurt, want die ziet er niet uit en is erg vies. Maar of die nu echt schoner is geworden?
Ha ha geweldig Walter white is cooking again !